Nog altijd bidden de zussen Huy uit Denekamp dagelijks voor hun verdwenen broer, die in de Tweede Wereldoorlog diende bij de Wehrmacht. "Onze moeder zei altijd: 'wichte, bidd'n, denk aan oons jong'. En dat doen we nog steeds."

De familie Huy was in de oorlogsjaren zogenoemd 'Rijksduits', omdat de vader van het gezin uit Duitsland kwam. Hij was getrouwd met een Nederlandse vrouw. Nadat de Duitsers Nederland hadden bezet, moesten broer Johan en vader in dienst bij de Wehrmacht. De zussen moesten naar de 'Deutsche Schule' in Hengelo. Die was ingericht in de voormalige Willemschool.

 "Het was er verschrikkelijk, altijd de Hitlergroet brengen en we konden niemand verstaan", zeggen de zussen. De voertaal was namelijk Duits, dat waren ze van huis uit niet gewend. Thuis werd gewoon Nederlands gepraat. "We waren eigenlijk een gewoon Nederlands gezin, maar met een Duitse vader. Ik heb ook vaak gezegd: Ik wou maar dat pa geen Duutser was ewest."

 "Das war einmal"
Broer Johan gaat in zijn diensttijd steeds verder oostwaarts en komt aan het Oostfront. Daar wordt hij, blijkt pas tientallen jaren later, in krijgsgevangenschap genomen. Moeder Huy heeft altijd geweigerd te geloven dat Johan was overleden. "We bidden nog altijd voor z'n thuiskomst." Toch is Johan zeer waarschijnlijk omgekomen in het Russische krijgsgevangenkamp. Bij het lezen van de laatste brief die Johan naar huis schreef, barsten de zussen in tranen uit. "Het komt allemaal weer naar boven als je het zo leest... Ja, das war einmal..."

 De schrijnende familietragedie is in 2015 opgetekend door neef René Borgerink in het boek 'Op zoek naar Johan Huy'. Het boek verhaalt over een eigenlijk Nederlandse familie die tegen wil en dank wordt ingelijfd in het keurslijf van de Duitsers, met alle gevolgen van dien.