Willy Meijer uit Deventer. Tijdens de oorlog woonde Willy met zijn ouders in Enschede. Tot twee keer toe werd zijn huis gebombardeerd en moesten zij gedwongen verhuizen.

Willy ging in die dagen vrijwillig aan het werk bij een timmerfabriek in Ahaus, waar hij noodwoningen timmerde voor Duitsers die gebombardeerd waren.

Eén keer zag hij de dood in de ogen, toen de trein waarin hij naar huis reed werd beschoten door twee geallieerde vliegtuigen. Willy vertelt zijn oorlogsverhaal aan kleindochter Marloes.