In de nacht van 5 op 6 april lopen de tanks van het South Alberta regiment en de infanteristen van Algonquin vast bij Wierden. De Duitse tegenstand is hier onverwacht groot, want de hier gelegerde Hermann Göring Divisie bestaat uit 1.200 fanatieke militairen.
Doel van de Canadezen is om hier een bruggenhoofd te vestigen over de zijtak van het Twentekanaal. De artillerie neemt het dorp aan de andere kant van het kanaal zwaar onder vuur, waardoor de bewoners een veilig heenkomen moeten zoeken. Het lukt echter niet om een doorbraak te forceren.
Hele oostgrens bevrijd
Elders in de provincie verloopt de militaire operatie voorspoediger. Den Ham wordt bevrijd. Via een stukje Duitsland rijden de geallieerden met hun pantserwagens Hardenberg binnen en daarna Gramsbergen. Onderweg in Heemse is er nog wel een heftige schotenwisseling met Duitse soldaten die onderweg zijn in een bus en officieren in een auto. Twee leden van de Binnenlandse Strijdkrachten komen om.
De gehele oostgrens van Overijssel is nu in geallieerde handen. De frontlinie ligt op de denkbeeldige lijn Hardenberg-Wierden-Goor (ter hoogte van het Twentekanaal).
Bevrijding Salland
Verderop in de provincie beginnen de Canadezen vanuit de Achterhoek aan de oversteek van de Schipbeek om Salland te bevrijden. De Duitsers hebben langs de beek in allerijl een nieuwe verdedigingslinie opgetrokken.
Vanaf 6 april steken de Canadezen op meerdere plaatsen met hulp van bootjes of restanten van opgeblazen bruggen de Schipbeek over. Als een bruggenhoofd is gevormd, volgt dadelijk de bouw van een noodbrug voor aanvoer van zwaarder materieel. De Canadezen verliezen bij de slag om de Schipbeek 31 militairen. Aan Duitse zijde vallen meer dan vijftig doden.