Op 15 april trekken de Canadese Regina Rifles van Zwolle naar het al bevrijde Steenwijk. Ondertussen stropen ze met hun rupsvoertuigen de Kop van Overijssel af op zoek naar Duitsers, maar vrijwel overal heeft de vijand zijn hielen gelicht.
"Onze aankomst in dit gebied is aanleiding voor een groot feest onder de bevolking, waarbij het wemelt van de oranjelinten", noteren de Canadezen in hun logboek. "De meisjes zien er ook steeds knapper uit! Of dat lijkt alleen maar zo, doordat we hard aan verlof toe zijn."
De bevolking van Zwartsluis ziet in de verte al de Nederlandse vlag wapperen op de torens van Genemuiden en Hasselt. Voor de inwoners is de bevrijding nabij. Op weg naar Zwartsluis gebeurt er bij De Velde een tragisch ongeval. Boerenzoon Harm Kronenberg rijdt met zijn vriendin achterop z’n motor de Canadezen tegemoet. Bij een flauwe bocht in de Sluizerdijk knalt hij frontaal op een Canadese brencarrier en wordt hij hoog de lucht in geslingerd. Zowel Harm als zijn vriendin is op slag dood. Vanuit huis hoort de familie Kronenberg de klap. De bevrijding is voor hen een persoonlijk drama.
Harmen Visser
In Zwartsluis barst ondertussen een groot feest los, zodra de eerste Canadezen door de Kerkstraat rijden. Even verderop wacht ook de bevolking van Vollenhove met smart op de bevrijders. Het lokale verzet is al druk bezig om NSB’ers en andere collaborateurs op te pakken. ’s Avonds rond half zeven verschijnt eindelijk een Canadese eenheid in de stad, onder leiding van pelotonscommandant Lorenzo Bergeron. Hun komst betekent direct feest. De plaatselijke verzetscommandant Harmen Visser loopt hand in hand met zijn vrouw glunderend door de straten van Vollenhove. Ook komen de ondergedoken bemanningsleden van de Amerikaanse bommenwerper Sleepy Lagoon tevoorschijn. Op het balkon van het stadhuis zwaaien ze de feestvierende menigte toe.
Bekijk hier het bevrijdingsjournaal (15 april 1945) met Joël Stoppels: