De Duitsers zijn uit Noordoost-Twente vertrokken, maar Ootmarsum heeft nog geen bevrijder gezien. De ongeduldig geworden burgemeester Schimmelpenninck van der Oye trekt op woensdag 4 april samen met enkele burgers naar de Britse troepen in Denekamp om te vragen of ze Ootmarsum niet willen vergeten. Het verzoek wordt gehonoreerd. In de namiddag rijden zeven carriers de stad binnen, tot vreugde van de bevolking.
Ook Delden wordt deze dag bevrijd. Nadat zowel bij de sluis van Wiene als bij de opgeblazen St. Annabrug een noodbrug is aangelegd, gaat het in sneltreinvaart noordwaarts. Aan het eind van de middag hebben de geallieerden de buitenwijken van Almelo bereikt. De tanks rijden over de rails, via de nog enge intact zijnde spoorbrug, bij station de Riet de stad binnen. Er wordt in de loop van de dag nog hevig gevochten, vooral bij de Vriezebrug. Een deel van de bevolking brengt de nacht daarom noodgedwongen door in de schuilkelder.
De Britten, die onder meer Enschede en Hengelo hebben bevrijd, krijgen intussen de opdracht om op te trekken naar Osnabrück. De Canadezen nemen de posities van de Britse eenheden over. Zij maken zich op om ook de rest van Overijssel te bevrijden.
Bekijk hier het bevrijdingsjournaal (4 april 1945) met Joël Stoppels: