De Eerste Poolse Pantserdivisie krijgt van de Canadezen de opdracht om tussen Diepenheim en Goor een noodbrug aan te leggen over het Twentekanaal. Als de Polen de baileybrug hebben gebouwd, kunnen ze snel doorstoten om Goor te bevrijden. Extra voordeel is dat ze vanuit het zuiden de druk opvoeren bij Wierden, waar voor de derde opeenvolgende dag hevig wordt gevochten.
Hier doet zich op deze zondag ook een vreemd incident voor. Een Canadese jeep rijdt opeens door de eigen linies heen in volle vaart het dorp binnen. De Duitsers openen meteen het vuur en de bestuurder van de jeep wordt dodelijk geraakt.
Tegen de avond wordt het vuren aan Duitse zijde minder. De Wierdense bevolking merkt dat de Duitsers aanstalten maken om te vertrekken. De volgende ochtend kunnen de Canadezen het dorp eindelijk binnentrekken. De bloedige slag om Wierden is gewonnen.
Zware gevechten
Ten zuiden van Bathmen slagen de geallieerden erin de Schipbeek over te steken. Het komt daarbij tot zware vuurgevechten, zelfs bij de aanleg van de baileybrug.
Een hoofdrol is weggelegd voor Corporal Joe Campbell, die twee vijandelijke mitrailleursnesten weet uit te schakelen en tegelijkertijd zijn mannen instrueert de aanval in te zetten op de overige Duitse troepen. Campbell overleeft de succesvolle operatie niet, maar dankzij hem kan het Canadese leger Bathmen bevrijden en van daaruit via Raalte oprukken richting Zwolle. De bevrijding van Holten is na zware gevechten pas tegen de avond een feit.